Europese wetgeving ligt aan de basis van de energieprestatie van gebouwen, meer bepaald de oorspronkelijke richtlijn 2002/91/EG, ook wel EPBD genoemd. Die kaderde volledig binnen de ’20-20-20 doelstellingen’ van de Europese Unie: tegen 2020 de uitstoot van CO2 met 20% terugdringen, het energieverbruik met 20% doen dalen en het aandeel hernieuwbare energie tot 20% optrekken ten opzichte van het niveau in 1990. Ook andere overwegingen hebben meegespeeld, zoals een verminderde afhankelijkheid van niet-Europese energiebronnen. Het luik hernieuwbare energie is verder uitgewerkt in Europese Richtlijn 2009/28/EG; sinds begin 2014 is dan ook een minimumaandeel hernieuwbare energie opgenomen in de E-peil eisen.
Aangezien met de huidige koers de 20% reductie in energieverbruik niet zal gehaald worden tegen 2020, vaardigde Europa Richtlijn 2012/27/EG uit. Deze richtlijn boort algemeen het thema energie-efficiëntie aan en trad in december 2012 in voege. Aangezien het gewestelijke materie betreft, zijn voor elk van de 3 regio’s targets vastgesteld, die neerkomen op jaarlijks 1,5% nieuwe energiebesparing voor de periode 2014-2020. Energiebeleidsovereenkomsten voor bedrijven zijn een typische uitvoering, maar bekender is het (nieuwe) premiestelsel via de distributienetbeheerders. Deze richtlijn heeft m.a.w. vooral effect op bestaande woningen en gebouwen.
Met de recast van de energieprestatierichtlijn (2010/31/EG) kwamen er strengere eisen voor nieuwbouw en renovatie en een versterkte rol voor het energieprestatiecertificaat, maar werd ook het begrip NZEB, Nearly Zero Energy Building geïntroduceerd. In het Nederlands, Bijna Energie Neutraal (BEN) gebouw. Omschrijving volgens de recast: “Gebouw met een zeer hoge energieprestatie, zoals vastgesteld volgens bijlage I. De dicht bij nul liggende of zeer lage hoeveelheid energie die is vereist, dient in aanzienlijke mate te worden geleverd uit hernieuwbare bronnen, en dient energie die ter plaatse of dichtbij uit hernieuwbare bronnen wordt geproduceerd te bevatten”.
In de aanloop naar 2021 zal een geleidelijke verstrenging van het E-peil worden doorgevoerd. Sinds 2014 moest E60 gehaald worden, met een verplicht minimum aandeel aan hernieuwbare energie. Alternatief voor hernieuwbare energie (6 mogelijke bronnen: zonneboiler, PV panelen, biomassa, warmtepomp, stadsverwarming, participatie in energieproject) is een 10% strenger E-peil, dus E54 ipv E60. In 2016 werd in Vlaanderen E50 verlangd, vanaf 2018 werd dat E40 en in 2020 E35. Het uiteindelijke doel is dan de overgang naar BEN in 2021 (voor overheidsgebouwen zelfs vanaf 2019), waarvoor het E-peil door het VEA op E30 werd vastgelegd. De K-peileis voor een BEN-woning werd vervangen door de S-peileis en is voor 2018 vastgelegd op S31, de netto energiebehoefte voor verwarming mag de 70 kWh/m² per jaar niet overschrijden. In heel Europa wordt dit vanaf 2021 de standaard voor alle nieuwbouwwoningen! Soudal is BEN-voorloper en één van de initiatiefnemers van BENOveren.
Het gedachtengoed van een passiefhuis gaat terug op de ideeën van Dr. Feist uit de jaren ’90. Aan de basis ligt de trias energetica:
Primordiaal in het omzetten van dit principe in de bouwpraktijk is grote zorg voor de gebouwschil die bijzonder goed geïsoleerd en luchtdicht wordt uitgevoerd.
Verder gaat ook aandacht naar een goede compactheid, een goede oriëntatie en uiteraard naar een gecontroleerde ventilatie. In de oorspronkelijke opvatting werden de kanalen voor ventilatie ook gebruikt om te verwarmen; bij gebrek aan een klassieke ‘actieve’ verwarmingsinstallatie werd zo’n woning daarom passiefhuis genoemd. Ondertussen worden andere manieren van ‘hulpverwarming’ ingezet, maar de basiscriteria voor een passiefhuis zijn steeds dezelfde gebleven:
Dit alles vertaalt zich in een gebouw dat, zowel in de winter als in de zomer, een zeer comfortabel binnenklimaat heeft en daarvoor slechts een minimale verwarming nodig heeft. Het spreekt ook voor zich dat een passiefwoning de ideale weg naar NZEB/BEN vormt, aangezien de kleine energievraag makkelijk met hernieuwbare energie kan gecompenseerd worden. Zero Energy Ready dus! Het Brussels Gewest opteerde daarom vanaf 2015 voor de passiefstandaard voor alle nieuwbouw in de aanloop naar 2021.