Luchtdichtheid dient idealiter van bij de start van de bouw beoogd te worden, en wordt best zorgvuldig ingepland (lastenboek) en beschreven. Coördinatie is van essentieel belang voor het bereiken van een goede luchtdichtheid, een algemeen aannemer is dan een betere garantie voor een goed resultaat. Nochtans kunnen relatief goedkope ingrepen reeds leiden toe een sterk verbeterde luchtdichtheid.
Pleister zorgt aan de binnenzijde van het metselwerk in grote mate voor de luchtdichtheid. Bij het isoleren van daken en houtskeletbouw (buitenmuur, plafond …) moet je een aparte luchtdichte folie aanbrengen. Dit dampscherm voorkomt ook dat woonvocht door koken of douchen in de isolatie terechtkomt waardoor de isolatiewaarde zou verminderen.
Uiteraard zijn vooral de details en aansluitingen de aandachtspunten. Raamaansluitingen alleen kunnen al verantwoordelijk zijn voor meer dan 1/3 van de totale luchtlekken, en verdienen dus zeker extra aandacht.
λ-waarde:
De thermische geleidbaarheid of warmtegeleidingscoëfficiënt van een materiaal, uitgedrukt in W/m·K (de m staat hier voor meter). Hoe lager, hoe minder geleiding en dus hoe beter de isolatiewaarde.
R-waarde:
Warmteisolerend vermogen van een materiaallaag (dikte/λ) (m²K/W). Het omgekeerde van de U-waarde en dus hoe hoger, hoe beter.
U-waarde:
Warmtedoorgangscoëfficient van een constructiedeel (W/m²K). Maat voor de energie die verloren gaat door een m² van een bepaald materiaal bij een temperatuurverschil van 1°K aan weerszijden van het constructiedeel. Hoe lager, hoe beter.
Ψ-Waarde:
Lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt. Tevens maat voor warmtedoorgang, maar dan bekeken in lopende meter aansluiting tussen 2 constructiedelen, en dus eventueel als correctie te nemen op de U-waarden van bepaalde constructiedelen in de gebouwschil. Van toepassing op bouwknopen (koudebruggen). Een aantal grenswaarden zijn bepaald in de energieprestatie-regelgeving van Vlaanderen. De ψ-waarde voor de aansluiting tussen metselwerk en schrijnwerk, mag maximaal 0,1 W/mK bedragen.
In een raamaansluiting bij een klassieke constructie met spouw, zorgt de SWS Inside Tape voor een damprem en een luchtdichte barrière. Deze roze tape heeft een hoge dampdiffusieweerstand (µ-waarde, Sd-waarde >50m). De SWS Inside Tape kan later perfect bepleisterd worden.
In een mono-muur constructie (zonder slag), wordt gewerkt met beide tapes, en wordt aan de buitenzijde dus extra de witte SWS Outside Tape aangebracht. De combinatie van beide tapes zorgt voor een correcte vochthuishouding in de voeg. De SWS Outside Tape is immers ademend, zodat vocht in de voeg naar buiten kan diffunderen. Deze tape heeft dan ook een lage µ-waarde en Sd-waarde.
De SWS Inside Tape wordt best voor het plaatsen aan het schrijnwerk bevestigd met de zelfklevende strip, en dit op de zijkant van het frame en vóór het inhaken van de raamankers. Deze laatste dienen met de nodige omzichtigheid over de tape te worden geplaatst (opletten voor perforaties). In de hoeken dient een oor te worden gevormd (extra lengte materiaal dat wordt toegevouwen).
Middels de andere zijde van de kleefstrip, kan de tape eventueel ook na plaatsing van het schrijnwerk worden aangebracht, en dit aan de binnenzijde van het frame.
Een koudebrug / bouwknoop is een plaats in het constructiedeel waar de thermische isolatie (mogelijks) niet doorloopt of waar de isolatiedelen niet op elkaar aansluiten. Hier gaat veel warmte verloren, maar de warme binnenlucht koelt ook af in contact met een koud oppervlak. Dit kan een gevaar zijn voor condensatie met geurhinder en schimmelvorming tot gevolg. Let zeker op aansluitingen boven de vensters en deuren, rond dorpels of balkons.
Flexifoam is luchtdicht. Dit blijkt uit een aantal rapporten van luchtdichtheidstesten. De mate van luchtdichtheid van schuim is wel afhankelijk van de dikte en breedte van de voeg en van de zorgvuldigheid bij het aanbrengen (bevochtigen!). Flexifoam draagt in een aantal opstellingen in ruime mate bij tot de luchtdichtheid van de raamaansluitingen.
Deze dampdiffusieweerstand of dampweerstand wordt weergegeven door de zgn. µ-waarde, een dimensieloos getal dat de verhouding weergeeft van de dampweerstand van het van materiaal tov. de dampweerstand van een laag lucht van dezelfde dikte. Materialen zonder poriën hebben een oneindige dampdiffusieweerstand. ( Bv lucht heeft µ-waarde van 1, isolatiematerialen van 30-80 en bitumen van 10.000 tot 100.000)
Isolatiemateriaal heeft een isolatiewaarde: de lambda- waarde (λ) . Hoe lager deze waarde, hoe beter het materiaal thermisch isoleert. Om hetzelfde isolerend vermogen te krijgen (R-waarde) moet een isolatiemateriaal met een hogere λ - waarde dikker zijn dan isolatie met lagere λ - waarde.
In principe kunnen beide oplossingen. Beide schuimen zijn goede isolatieproducten en zullen warmtetransport vermijden. Flexifoam heeft het grote voordeel dat het veel beter de beweging van de voegen kan volgen. Hierdoor wordt de kans van het loskomen van het schuim op het profiel of muur nog veel geringer. De isolatie en luchtdichtheid zijn hierdoor voor lange tijd verzekerd. Flexifoam heeft bovendien ook zeer goede geluid reducerende eigenschappen.
Flexifoam zorgt voor EPB-aanvaarde bouwknopen. Het PU-schuim dient dan ook zo aangebracht te worden dat de isolatielaag niet onderbroken wordt ( muurisolatie - schuim – thermische onderbreking profielvenster ) . Op deze manier vermijdt men een koudebrug en eventueel condensatievorming aan de binnenzijde van de voeg. Flexifoam beschikt over een λ-waarde van 0,0345 W/mK.
Beide tapes zijn ook voorzien van een butyleen kleefstrip, die de aanvangshechting verzorgt. Een volvlakse verlijming van de tape is echter noodzakelijk, zeker met het oog op een vakkundige bezetting achteraf. Voor de SWS Inside Tape kan eventueel de Soudafoil 330D gebruikt worden, maar aangeraden wordt om voor beide tapes de Soudafoil 360H te gebruiken, die performanter is en ook op licht vochtige ondergronden hechting heeft.
Condensatie krijg je, wanneer vochtige lucht neerslaat op koude oppervlakken. Denk maar aan de ramen in de keuken als de dampkap niet aanstaat of de spiegel in de badkamer na het douchen. Het best gekende voorbeeld is de condens op een koud glas water. Vocht dat niet afgevoerd wordt, blijft hangen in het bouwmateriaal en dit gaat schimmelen. Condensatie kan enkel vermeden worden mits een goede doorlopende isolatie en eventueel een goede ventilatie (op een thermos met koele drank is geen condensatie waar te nemen).
Vooral bij de SWS Inside Tape dient er voor gezorgd te worden dat het opschrift na aanbrengen ‘normaal’ leesbaar is. De tape is namelijk voorzien van aangepaste bekleding aan één kant, waarop het pleisterwerk een perfecte hechting heeft.